top of page

VEILIGHEID

Basis regels

 

Alle regels op het veld zijn gebaseerd op de volgende basisregels en gelden voor alle piloten.

 

  1. Veiligheid is een besef en een zaak van iedereen

    • we spreken elkaar aan op potentieel onveilige situatie.

  2. Potentieel onveilige situaties zo veel mogelijk vermijden

    • niet over vliegers en bezoekers vliegen,

    • ‘van ons af’ landen,

    • staan piloten bij elkaar en niet verspreid over het veld,

    • staan lier en elastieken zover het veld in, dat een uitbrekend vliegtuig niet boven publiek / vliegers komt

    • ‘Stunt vliegen’ op meer dan 10 meter afstand van de aanwezigen;

  3. Voorspelbaarheid=veiligheid

    • gebruik we van een landingscircuit, kondigen starts en landingen aan, etc.

​​

Zie daarnaast ook het terreinregelement, bijvoorbeeld over de opbouw/bediening van de lier.

 

Hoe de regels in de praktijk toepassen

 

Uit bovenstaande basisregels komen eigenlijk alle onderstaande regels voort:

 

  • Een piloot die wil starten:

    1. Zorgt dat hij weet welk landinscircuit gevlogen wordt en wie de baancommissaris is

    2. Zorgt dat hij minimaal 5 meter voor de groep piloten gaat staan en eventueel terzijde

    3. Wacht als er zich vliegtuigen in de startbaan / lierbaan / lijnbaan bevinden, of vraagt als het echt nodig is, om ‘luchtruimte’;

    4. Checkt dat dat het luchtruim en het veld vrij zijn van vliegtuigen, mensen, dieren, kabels

    5. Kondigt zijn start luid en duidelijk aan met ‘Lier start!’, ‘Lijn start!’, ‘Start!’ en wacht de reacties van andere piloten af

    6. Start zijn model na een laatste check van het luchtruim en de startplek (vliegtuigen, mensen, dieren, kabels)

    7. Gaat bij de andere piloten staan.

 

  • Een piloot die aan het vliegen is:

    1. Staat in de groep piloten, dus niet op de plek van waaruit hij gestart is

    2. Blijft zich bewust van de omgeving en andere piloten – zo kan een andere piloot die wil starten bijvoorbeeld vragen om ruimte voor een lierstart of lijnstart.

    3. Vliegt nooit over mensen heen of op mensen af

 

  • Een piloot die wil landen

    1. Maakt gebruik van het landingscircuit dat geldt

    2. Landt nooit over mensen heen

    3. Geeft zodra hij in ‘final’ zit een duidelijke/luide waarschuwing ‘Landing!’ zodat anderen extra attent kunnen zijn / niet zomaar het veld inlopen om hun vliegtuig te halen

    4. Landt veldinwaarts (van de piloot af)

    5. Haalt na de landing zijn/haar vliegtuig op, daarbij goed oplettend  voor landende/startende vliegtuigen

    6. Loopt terug naar de groep piloten

 

  • Ieder die het veld wil inlopen om een vliegtuig of lijn te halen

    1. Vergewist zich er van dat dit veilig kan (er zit geen vliegtuig in het landingscircuit, er staat geen piloot op het punt om te starten)

    2. Kondigt zijn voornemen luid en duidelijk aan (“Man in het veld!”)

    3. Houdt het vliegverkeer goed in de gaten

 

  • Iemand die in het veld staat op moment dat een piloot aangeeft te gaan landen:

    1. Maakt kenbaar dat hij zich in het veld bevindt (‘Ik sta in het veld’)

    2. Indien het een elektrozwever is zal de piloot een doorstart maken

    3. Indien het een gewone zwever is zal de piloot moeten landen, waarbij:

      • De piloot probeert hierbij zijdelings afstand te houden van de persoon in het veld

      • De persoon in het veld blijft stilstaan en kijkt naar het landende vliegtuig om eventueel uit te kunnen wijken

Bijzondere situaties:

 

DLG-vliegen
  • Het DLG vliegen wijkt af van het ‘normale’ vliegbedrijf: een of meerdere DLG piloten bevinden zich ‘permanent’ in het veld.

  • Het is daarom alleen mogelijk met inachtneming van de volgende condities:

    • De piloten moeten zich in een deel van het veld bevinden waarover bij start en landing van het normale vliegbedrijf niet gevlogen wordt

    • Dit kan bijvoorbeeld vóór het publiek / de piloten groep zijn, maar moet dan wel zover het veld in zijn dat een uit de koers geraakt DLG model niet het publiek kan bereiken.

    • Het kan echter ook in het naastgelegen stuk weiland – maar dan moeten de overige piloten hier wel van op de hoogte worden gebracht.

    • Een en ander in overleg met de baancommissaris

  • Let op: het normale vliegbedrijf gaat voor!

 

 

Plek van de lier
  • De lier zal normaal gesproken in een van de hoeken van het veld staan

  • Dit dient dezelfde hoek te zijn als waar ook de piloten / toeschouwers staan

  • De lier dient zover het veld in te staan dat er zich geen personen in de uitzwaaicirkel bevinden. Wanneer er meer mensen aankomen kan het dus zijn dat de lier verder naar voren moet worden geplaatsts.

  • Een en ander in overleg met de terreincommisaris

 

 

Uitproberen van een model
  • Voor het uitproberen / handstarten van een model geldt hetzelfde als voor DLG vliegen

 

 

Vliegen met kleine snelle gemotoriseerde vliegende vleugels uit schuim (dank aan Zagi's)
  • Zolang het zweefbedrijf aan de gang is kan er niet gelijktijdig met zulke toestelllen gevlogen worden.

  • Sowieso kan met deze vliegtuigen alleen buiten het broedseizoen gevlogen worden.

bottom of page